TU Eindhoven in de ban van diversiteit
Wat denkt een normaal mens als hij (m/v) hoort dat een vooraanstaande universiteit besluit om voorlopig alleen nog maar vrouwen te benoemen? Nee, nou niet ingewikkeld gaan kijken! Niet naar politiek-correcte zinnetjes zoeken. Gewoon logisch antwoord geven!
Inderdaad, dat vrouwen voor een stroom van wetenschappelijke innovaties en ontdekkingen gaan zorgen. En dat de universiteit zich jarenlang te kort heeft gedaan door steeds maar mannen te benoemen.
Even kijken of dat klopt. We citeren de hoogste wetenschappelijke baas van de universiteit in kwestie, de rector magnificus van de TU Eindhoven: Het is algemeen bekend dat een divers personeelsbestand beter functioneert. Het leidt tot betere strategieën, creatievere ideeën en snellere innovatie.
Nou ben ik een jongen van de praktijk, zo niet de straat, maar zelfs ik weet dat ‘algemeen bekend’ een vrije dunne onderbouwing is voor een anderhalf jaar geldend beroepsverbod voor mannen.
Maar ja, wie ben ik? Als een rector het zegt! Daarom ben ik op zoek gegaan naar bewijzen dat meer vrouwen leiden tot – ik formuleer het zo breed en welwillend mogelijk – betere resultaten.
Dat is geen zoektocht zonder risico, zo heb ik bij eerdere publicaties over dit onderwerp ervaren. Ik vat samen: kop dicht, jij oude witte misogyne mannelijke babyboomer.
Als ik al antwoord kreeg, dan waren dat krankzinnige generalisaties over vaardigheden en persoonlijkheidskenmerken van vrouwen. En van mannen, maar dan omgekeerd.
Ik heb dus de afdeling Identity & Inclusion van de TU gevraagd naar inhoudelijke bewijzen. Je zou verwachten dat ze die klaar hebben liggen en dat ze die graag met je delen, maar de afdeling zweeg.
Dan maar de professor benaderd die jaarlijks de Female Board Index samenstelt, Mijntje Lückerath. Ze werd trouwens in een artikel in De Volkskrant over de TU Eindhoven als deskundige opgevoerd. Mevrouw Lückerath reageerde per ommegaande met een verwijzing naar een draadje dat ze net op twitter had gezet.
Wat staat er?
In de eerste plaats zegt ze dat de voordelen van diversiteit niet in economische termen te bewijzen zijn. In mijn woorden, al die verhalen dat vrouwen beter op de centjes letten dan mannen en veel beter naar klanten luisteren waardoor een bedrijf gaat floreren, zijn uit de lucht gegrepen.
Precies wat ik altijd heb vermoed. Zou het namelijk wel zo zijn dan hadden de old boys terstond massaal vrouwen benoemd om slapend rijk te worden. (Grapje, zeg ik er voor mijn habituele critici erbij.)
Nee, we moeten het zoeken in sociaalpsychologische factoren. En dan ook nog eens omgekeerd. Dat vraagt uitleg.
Homogene teams kunnen gaan lijden aan groepsdenken en tunnelvisie zoals bij de aanloop naar de economische crisis een jaar of tien geleden zou zijn gebeurd.
Homogene teams kunnen ook ten prooi vallen aan championsbias, een slaafse bewondering en navolging van de dominante voorman.
En tot slot kunnen homogene teams in de val lopen van valse analogieën, dus ten onrechte denken dat situatie B lijkt op situatie A en navenant handelen.
Dat alles zou met divers samengestelde teams anders worden. Kunnen worden.
Tsja. Ik stel om te beginnen vast dat in deze benadering de door sommigen verheerlijkte vrouwelijke touch ontbreekt.
Überhaupt wordt niet over vrouwen gerept, maar toch maakt de TU die gedachtesprong. Vreemd, want als wetenschappelijke instelling moet je toch kunnen bedenken dat er wel meer diversiteitsopties zijn zoals ‘mensen van kleur’.
En is de TU niet hartstikke divers door al die buitenlandse wetenschappers die er rondlopen?
Hebben ze in Eindhoven misschien een nulmeting gehouden, wat je toch mag verwachten van een technische universiteit? Nou ja, laat maar.
Belangrijker in de redenering is de term homogeniteit. Homogeniteit wordt kennelijk als een statisch begrip gezien. Er is een homogeen team en dat kan rare dingen doen. Wanneer er vrouwen bijkomen, wordt het een divers team en dan gaan de zaken opeens gesmeerd.
Dat gelooft toch geen mens? Wat eens divers was, is al snel homogeen. En als dat niet vanzelf gaat, haalt men er coaches bij.
Homogeniteit wordt pas riskant als het zich afsluit van de buitenwereld. Anders gezegd, groepsdenken, tunnelvisie, championsbias etc. zijn typisch verschijnselen van isolement, niet van gebrek aan diversiteit.
Als de TU dus meer creativiteit en innovatie wil, moet ze de deuren opengooien. Het isolement doorbreken. En dus niet de deuren voor de helft van de potentiële populatie sluiten en het groepsdenken van de identiteitspolitiek binnenhalen.
Maar goed, daar gaat het de universiteit natuurlijk helemaal niet om. Ze stond op het lijstje met vrouwelijke hoogleraren al jaren op de onderste plaats en dat deed pijn. Het is gewoon een imagodingetje, een politiek-correcte inhaalmanoeuvre.
En het succes is binnen: de hoogste chef, de minister van onderwijs, noemde de TU Eindhoven ‘dapper’.
Daar ging het om.
Paul Verburgt