
Stop het activisme van ambtenaren
Het verhaal gaat dat ambtenaren hun ministers tegenwerken waardoor het toch al wankele kabinet niet tot daden kan komen. Van alles zou uit de kast worden getrokken om ze dwars te zitten. Lekken, vertragen, problemen verzinnen, het aloude repertoire van een bureaucratie die je wel even mores zal leren. Harde bewijzen zijn er niet. Geen onthullende documenten of mailtjes, geen klokkenluiders of spijtoptanten, alleen het gerucht dat een (één) ambtenaar zou zijn betrapt op het lekken naar het Kamerlid Kati Piri van GL/PvdA.
Gouden regel
Ambtelijke obstructie, het zoveelste kletsverhaal uit Den Haag? Misschien toch niet. Sinds een paar jaar is er sprake van een trendbreuk in de ambtenarij. De gouden regel was altijd dat beleid wordt bepaald door gekozen politici en dat ambtenaren hen daarbij helpen, deskundig, neutraal en dienstbaar.
Dat betekende dus niet dat ambtenaren op elk ideetje van een minister ja & amen moesten zeggen. Hun taak was eerst en vooral hun politieke bazen gedegen te informeren en te wijzen op mogelijke valkuilen en missers en hen daarvoor zo veel mogelijk te behoeden. Zoals omgekeerd bewindslieden niet geacht werden te doen alsof ze de Lieve Heer waren.
Was er eenmaal een besluit genomen, dan stopte de discussie en richtte men zich loyaal op de uitvoering. Mocht een ambtenaar om welke reden dan ook in een publiek debat terecht komen, dan volgde hij de lijn van zijn politieke superieur en liet hij zijn eigen oordelen niet blijken.
Een gedragscode van wonderbare eenvoud en schoonheid.
Kentering
Daar is een kentering in gekomen. Sinds een paar jaar menen groepen ambtenaren, met name in Den Haag, dat zij hun politieke bazen publiekelijk mogen kapittelen, in functie welteverstaan. Bekend is de open brief die ambtenaren in 2023 schreven om hun ongenoegen kenbaar te maken over het vermeende slappe klimaatbeleid van het laatste kabinet-Rutte (dat overigens tientallen miljarden reserveerde voor een onmeetbare afvlakking van de opwarming van de aarde over 70 jaar).
Na de massale terreuraanslag van Hamas op Israëlische burgers schreven Nederlandse ambtenaren weer een open brief, nu om het kabinet aan te manen te stoppen met de veronderstelde eenzijdige steun aan Israël. Fijnzinnig ging het er niet aan toe: het kabinet zou zich laten leiden door ‘de kleur en religie van de slachtoffers’, met andere woorden het kabinet (Rutte IV) is een stelletje moslimhaters en racisten.
De winst van de PVV bij de verkiezingen van november 2023 was voor ambtenaren ook reden om in het openbaar te keer te gaan. Ze zouden waar mogelijk zand in de motor gooien om het functioneren van een ‘fascistisch’ kabinet-Wilders te dwarsbomen.
Recent was er een bijeenkomst (besloten, maar met een openbaar verslag) waar de secretaris-generaal van OCW parmantig kraaide dat ze zich door het kabinet niet zou laten tegenhouden als dat het departementale diversiteitsbeleid zou verbieden, “want artikel 1 van de Grondwet”. Wat een oppervlakkige, populistische praalzucht van de hoogste ambtenaar in een maatschappelijke sector die in alle internationale lijsten als een baksteen naar beneden valt.
Wekelijkse demonstraties
Verder wordt al een jaar lang op elke donderdag door ambtenaren gedemonstreerd bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, voor Palestina en tegen Israël. Op donderdag 13 februari komt Francesca Albanese ze zelfs toespreken, de zeer omstreden speciaal rapporteur van de Mensenrechtenraad van de VN – geleid door Iran, aartsvijand van Israël – die Netanyahu met Hitler vergeleek en in het verleden al allerhande machinaties suggereerde van de internationale Joodse lobby.
Ambtenaren en de Grondwet
Deze demonstraties worden georganiseerd door de actiegroep Ambtenaren en de Grondwet. Die naam is interessant omdat de activistische ambtenaren zich voor hun acties beroepen op de Grondwet waaraan ze in hun ambtseed trouw hebben gezworen of beloofd. We duiken er even in, op het gevaar af dat u het saai vindt, maar we gaan voor de feiten.
Sinds 1 januari 2025 is er voor rijksambtenaren (over hen hebben we het) een nieuwe ambtseed van kracht. Nieuwe ambtenaren leggen de nieuwe eed af, zittende ambtenaren doen het nog met de oude.
In de oude ambtseed zweert of belooft de ambtenaar dat hij trouw zal zijn aan de Koning en dat hij de Grondwet en de overige wetten van ons land zal eerbiedigen. Echt zo’n openingszin waar de borst trots van opzwelt: je bent niet zomaar iemand, je bent een radertje in het staatsapparaat. Je moet wel heel veel fantasie hebben om daarin in het recht, laat staan de opdracht te zien een minister de les te mogen lezen over de mensenrechten in Gaza. Is ook nooit zo bedoeld. De rest van de oude ambtseed gaat over de manier waarop je je baan hebt verkregen (niet door omkoping) en hoe je die moet uitoefenen: plichtsgetrouw en nauwgezet en zonder vertrouwelijke informatie te verklappen.
Nieuwe ambtseed
Op een gegeven moment is besloten de tekst van de ambtseed te vernieuwen. Hij was ‘niet voor iedereen begrijpelijk’ (wordt dan maar geen ambtenaar, zou ik zeggen) en er moesten meer ‘waarden’ in komen. Dat leidde tot een tekst die strikt genomen een beperktere strekking heeft dan de klaroenstoot waarmee de oude eed begint. De ambtenaar zweert of belooft ‘de Koning en de Grondwet trouw te zijn en Nederland als goed ambtenaar te dienen’ om te vervolgen met de woorden ‘Dat betekent:’.
Een specificatie dus. Ik vat ‘m samen: werken in het belang van de samenleving, integriteit en respect zijn uitgangspunt, zorgvuldige omgang met vertrouwelijkheid en je gedragen volgens de wetten, het recht en de gedragsregels die voor ambtenaren gelden.
Uiteraard hoor je de activistische ambtenaren niet verwijzen naar deze specificatie. Voor hen is de vermelding van de Grondwet voldoende. Maar met name de laatste specificatie ontneemt de grondslag aan hun claim. Immers, de juridische en gewoonterechtelijke verhouding tussen een ambtenaar en een bewindspersoon brengt met zich mee dat die zich niet publiekelijk tegen zijn politieke superieur keert. De nieuwe ambtseed herbevestigt die formele positie van onderschikking en het feit dat elders in de eed de Grondwet wordt genoemd verandert daar niets aan.
Tweede Wereldoorlog
Het is een omslachtige manier om je verzet tegen het kabinetsbeleid te schragen. Zeg dan gewoon dat je ze niet lust en dat je hun plannen fout vindt. Dat is wel zo duidelijk. Sommigen doen nog wel een poging om hun ‘grondwettelijke’ recht annex plicht tot verzet een historische rechtvaardiging te geven door te verwijzen naar het vaak schandalige gedrag van bestuurders (en ambtenaren) tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat zou nooit zijn gebeurd, als zij toen hadden geleefd, is de boodschap.
Een buitenproportionele vergelijking alsof de oorlog in een gebied ver hiervandaan hetzelfde is als een bezetting van eigen land met dreigende deportaties van Joden en homo’s. Het is vooral ook een teken van eigendunk.
Normatieve professionaliteit
Eigendunk? Dat mag ik van de wetenschap niet zeggen. Het is normatieve professionaliteit (zonder taalkunst geen vooruitgang!). Professionals als ambtenaren beschikken, zo is de redenering, door hun opleiding en maatschappelijke positie over een moreel inzicht dat hoger is dan van hun politieke superieuren, zoals dat mutatis mutandis ook geldt voor journalisten en wetenschappers.
De punt van hun ethisch kompas trilt nooit.
Deze gave verplicht ambtenaren om hun bazen op het goede pad te houden, zo nodig te dwingen waarbij ze gebruik mogen maken van een breed arsenaal van pressiemiddelen, van protestbrieven tot demonstraties en van werkweigering tot sabotage
Het leerstuk van de normatieve professionaliteit komt uit de school van – taalkunst – scientivist professor Jan Rotmans, van wie op YouTube een aardig filmpje staat waarin hij ambtenaren oproept activist te worden. De openingszin spreekt boekdelen: “Een revolutie begint altijd met een kleine groep mensen.”
Vergeet die Grondwet. Die hebben deze normatieve professionals helemaal niet nodig. Ze hebben van zichzelf gelijk. Voor hen is de Grondwet een verkleedkist.
Verkleedkist
De demonstrerende ambtenaren hebben uit die kist artikel 90 gevist. Het zegt dat dat de regering de ontwikkeling van de internationale rechtsorde bevordert. Volgens de toelichting vallen daar ook de mensenrechten onder. Een intentionele bepaling, een blijk van onze internationale, humanistische oriëntatie, een inspanningsverplichting, maar in de verste verte geen resultaatsverplichting.
Wie uit artikel 90 afleidt dat ‘ie op de stoep van het departement zijn minister kan verwijten partij te kiezen voor Israël, spoort niet.
Wegkijken
De betrokken minister doet overigens wat zijn ambtsgenoten in Rutte-4 deden: de andere kant opkijken. Dat is onhandig, maar we hebben deze bewindspersoon al leren kennen als een man zonder al te veel trefzekerheid. Denk aan zijn onberaden, legalistische uitspraak dat hij Netanyahu zou laten oppakken als die in Nederland zou komen omdat het Internationaal Hof van Justitie zijn arrestatie had bevolen (net als van een evident dode terroristenleider van Hamas, om dat hof even te typeren).
Wegkijken, halfjes gedogen en desgevraagd mompelen dat ambtenaren volwassen mensen zijn die van hun rechten gebruik maken (tijdens hun lunchpauze, dus tja eigen tijd, weet u wel), het is de receptuur van bewindslieden die hun lafheid toedekken met rituele teksten.
What if?
Laten we de dames en heren ministers een handje helpen.
Hebben ze al nagedacht over de kansen op escalatie. Het begint met een open brief en wat getwitter, dan komen er manifestaties en steeds weerkerende demonstraties en daarna? Gaan ambtenaren het departement bezetten? De Tweede Kamer weet al wat dit is. Vernielen ze de kantine zoals hun collegaatjes aan de UvA deden. Blokkeren ze de deur van de ministerskamer. Bedreigen ze zijn familie?
Het moment komt dan snel dat de minister met zijn ondergeschikten om de tafel moet, om te onderhandelen. Wie een beetje fantasie heeft ziet het al voor zich: een serviel glimlachende minister tegenover gemaskerde (want zo zijn de riten) ambtenaren.
Tegenacties
Ondertussen ziet een blinde vink dat normatieve professionaliteit niet leidt tot één collectieve mening van alle rijksambtenaren. Integendeel, hoe normatiever de ene groep, hoe stelliger de andere. Zo leidde de hiervoor genoemde open brief over de steun aan Israël van oktober 2023 tot zoveel kritiek van collega-ambtenaren dat de actievoerders schielijk hun namen onder de brief wegstreepten.
Het kabinet kan dus tegenacties verwachten. Wat te doen als er tegendemonstraties komen van Joodse ambtenaren van Buitenlandse Zaken die zich bedreigd voelen? Moet dat à la Halsema op zicht- en hoorafstand worden toegestaan? Gaat de minister dus demonstraties van zijn ambtenaren reguleren, uit arren moede?
En als andere ambtenaren de smaak te pakken krijgen en ook acties starten. Tegen asielbeperking, voor asielbeperking, tegen veeteelt, voor veeteelt of tegen Wilders en Trump of juist ervoor?
Treed eens op kabinet!
Is het nu zo ingewikkeld om een beetje vooruit te kijken en de enig denkbare conclusie te trekken: dit mag niet gebeuren. Verbieden dus. Vastleggen dat de ambtseed – nieuw noch oud – een basis is voor publieke acties tegen kabinet of ministers. En handhaven: geen demonstraties meer, geen manifestaties zoals die met de SG van het ministerie van Onderwijs. Klaar uit.Bijvangst is dat ambtenaren die de neiging voelden om het kabinet tegen te werken of daar al stiekem mee bezig waren, een helder signaal krijgen dat dit niet getolereerd zal worden.
Treed ’s op, kabinet!
Paul Verburgt