Reconstrueer het kabinet!
Kennelijk is de teamgeest in de top van het kabinet zo slecht dat Wopke Hoekstra de publiciteit moest zoeken – twee keer zelfs – om zijn collega’s aan te sporen het coalitieakkoord te herzien. Typerend is ook dat Kaag direct liet weten geen reden te zien. En ook Rutte trok een zuinig mondje.
Wat bezielt ze?
Het coalitieakkoord waar ze honderden dagen over hebben onderhandeld, bleek niet veel meer te zijn dan een nietje door alle wensen van de vier coalitiepartijen, leidend tot een staatsschuld van Zuid-Europese hoogte, zonder enige garantie dat ook maar iets van die plannen zou slagen.
Niet bestand tegen slecht nieuws
Een teken aan de wand was dat ze hun plannen niet door het CPB hadden laten doorrekenen. Kennelijk waren de verhoudingen toen al zo broos dat die geen slecht nieuws konden verdragen.
Dat slechte nieuws kwam natuurlijk toch. En snel. Binnen twee maanden na het aantreden van het kabinet was de financiële grondslag onder het akkoord weggevallen. Miljarden en miljarden aan tegenvallers moesten worden genoteerd. Bovendien ging de toch al schamele koopkrachtverbetering door de torenhoge inflatie en energienota’s down the drain.
Rutte en Kaag vonden dat de mensen nog maar even moesten wachten tot het kabinet met zijn voorjaarsnota zou komen. Kil en onbegrijpelijk onhandig.
Vervolgens viel Rusland Oekraïne binnen en veranderde alles. Voedsel- en energievoorziening staan onder druk, de defensie-uitgaven moeten drastisch omhoog, de inkomenspositie van vele Nederlanders gaat dik in de min en tienduizenden vluchtelingen zijn op weg naar ons land. In dat licht is het coalitieakkoord niet meer dan een vage echo uit een tijd die niet snel zal terugkeren.
Slecht toegeruste ministers
En dan nog toonden Rutte en Kaag weinig animo om het coalitieakkoord aan te passen en moest Hoekstra de publiciteit zoeken om hen onder druk te zetten. Vraag me niet waar die andere vicepremier is: Carola Schouten van de ChristenUnie, tevens minister voor Armoedebeleid, dus ook om inhoudelijke redenen direct betrokken, zou je toch zeggen.
Het geeft allemaal weinig vertrouwen!
Maar het is nog erger.
De wereldcrisis die met de inval in Oekraine plotseling is ontstaan, brengt ministers in de frontlinie die daarvoor niet toegerust lijken te zijn.
Ollongren
In de eerste plaats de minister van Defensie, Ollongren. Ook in de ogen van partijgenoten mislukt op haar vorige post, was haar benoeming op een haar volstrekt onbekend beleidsterrein alleen uitlegbaar als een partijpolitiek gebaar. Een nummertje oude bestuurscultuur.
Wellicht hadden we haar de rest van de kabinetsperiode genegeerd, als het vrede was gebleven. Maar het werd oorlog en er is sprake van een regelrechte bedreiging van de stabiliteit in Europa. Ollongren’s eerste oorlogsdaden waren onnozel en puberaal: wapenleveranties op twitter melden en dat illustreren met een spierbal-icoontje. Meer heb je niet nodig om te weten dat dit ‘m niet gaat worden.
Jetten
Dan de minister van Energie en Klimaat, Jetten. Trouwe dienst werd ook hier beloond, maar is het nu werkelijk nodig om een man die de meest basale technische kennis van zijn portefeuille ontbeert, op dit dossier te zetten? Die vraag is niet meer vrijblijvend nu door de oorlog de energievoorziening van ons land direct gevaar loopt. Dromen over de gewenste temperatuur op aarde aan het eind van deze eeuw, is wat anders dan zorgen dat dit jaar de huizen verwarmd blijven en de economie kan blijven draaien.
Wat gaat hij doen en hoe daadkrachtig? Groninger gasvelden heropenen? Kerncentrales bouwen? Als hij blijft luisteren naar Timmermans en Urgenda, staat ons land binnenkort stil. En trekt hij zijn eigen plan, dan is de vraag gerechtvaardigd of deze onervaren man deze mega klus aan kan.
Yesilgöz
Nummer drie is de minister van Justitie, Dilan Yesilgöz. Minstens zo onervaren en oningevoerd als haar collega’s Ollongren en Jetten, belast met wellicht het lastigste en grootste departement dat we hebben. Een takenpakket waar menigeen, ook zij die haar een goed hart toedragen en niet bang zijn om jonge mensen kansen te geven, grote vraagtekens bij zetten. Zij wordt nu ook nog even belast met de leiding van de crisisorganisatie die de vluchtelingenstroom uit Oekraine moet opvangen. Het is eenvoudigweg niet reëel, gewoon te veel gevraagd.
Kaag
Dit zijn serieuze problemen. De coronacrisis heeft onweerlegbaar aangetoond welke risico’s we lopen als een ondeskundige en onervaren minister het stuur in handen krijgt. Dat geldt nu we als land in existentiële nood dreigen te komen eens te meer.
Hier bovenop komen de kennelijk slechte verhoudingen in de top van het kabinet. Het heeft er alle schijn van dat Kaag hierin de hoofdrol speelt.
Toen ze haar premiersambities gefnuikt zag, koos ze voor Financiën omdat ze daarmee de een na machtigste minister in het kabinet zou worden. Dat verbaasde insiders niet, net zomin als het al spoedig blijkende feit dat ze nul affiniteit met deze portefeuille heeft.
Het lijkt er zelfs op dat ze de simpelste financieel-economische regels niet beheerst of zelfs begrijpt. Zo wilde ze niet de belasting op energie verlagen, want dan kon de overheid de bijstand en het onderwijs niet meer bekostigen, zei ze. Los van het onverholen populisme van deze stelling, is het ook onzin. De BTW is een percentage en als de benzineprijs stijgt, krijgt de overheid dus meer inkomsten. Hoezo geen geld voor bijstand en onderwijs? Juist meer, veel meer!
Kat in een vreemd pakhuis
Je merkt dat ze zich een kat in een vreemd pakhuis voelt. Ze ontwijkt inhoudelijke vragen, beperkt zich tot procedures en tijdschema’s en oreert verder vooral in ondraaglijke algemeenheden.
Komt bij dat door Oekraïne haar geliefde Buitenlandse Zaken opeens een hoofdrol speelt. Dat doet kennelijk pijn. Rutte en Hoekstra zijn te zien op de internationale podia en in gezelschap van de groten der aarde, en zij moet hier zitten miezeren over – ik citeer – het “huishoudportemonneetje”.
Als het maar even, kan springt zij ook op het toneel en praat alsof ze premier annex minister van Buitenlandse Zaken is.
Hoekstra
Het zal teflon Rutte wellicht worst zijn, van Hoekstra kunnen we minder zeker zijn. Dat de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken met zijn nieuwe baan in zijn nopjes is, is duidelijk. Het lijkt hem ook goed af te gaan en als het hem lukt om een goed tandem met Rutte te vormen, is zijn benoeming misschien wel een goede gok geweest. Aan de andere kant heeft hij toch vooral een technisch-financieel profiel en zou hij in een normaal kabinet weer minister van Financiën zijn geworden. Dat deed hij de vorige keer goed en nu de nood aan de man is, wordt hij gemist.
En Rutte?
Het is crisis en dus is hij zo veel mogelijk onzichtbaar. We zien hem in het buitenland en we zien hem zo nu en dan even in de Kamer of voor de camera, maar voor de rest is hij absent.
Over die andere vicepremier hebben we het gehad. Ze zwijgt.
Dit is dus het tableau de la troupe.
Onhoudbaar.
Er is maar een oplossing: reconstrueer het kabinet!
Paul Verburgt