Loopt de hiërarchie op haar laatste benen?
Ik had het zelf niet bedacht, anderen zeggen het. Het gaat slecht met de hiërarchie. Het zit in het verdomhoekje. Nog even en de boel zakt als een plumpudding ineen.
Nou kom ik voldoende buiten de deur, maar dit had ik niet gezien. ‘Het is echt zo.’ zeggen de kenners. ‘De mensen accepteren gezag niet meer als vanzelfsprekend. Ze denken dat ze het allemaal zelf wel kunnen en vergeten hoe waardevol hiërarchie is. Het geeft medewerkers duidelijkheid en sturing en dat is precies wat ze … huh … nodig hebben.’
En passant krijgt het nieuwe organiseren nog een veeg uit de pan, want de Cassandra’s denken dat dit gelijk staat aan de eliminatie van (vrijwel) alle managers. Jij met je minimal management zal wel blij zijn, is doorgaans de slotsom.
We hebben het vermoed ik over hiërarchie in Nederland, want in het buitenland zitten de hiërarchen nog ongeschonden op hun troon. Wie ooit wel eens met Britse, Duitse of – ja zij ook – Belgische bedrijven heeft gewerkt, weet wat ik bedoel. Vergeleken met hun lijkt zelfs onze meest strak geleide organisatie op een partycentrum.
Dat komt niet in het minst door de informele omgangsvormen die we er in Nederland op nahouden. We hebben een overheid die gezellig met ons jij/jouwt (‘denk aan je snelheid!’) en een minister-president die tegen de Kamer ‘kom op, jongens’ zegt. In het gros van de organisaties zijn we al even joviaal met elkaar.
We doen al jaren zo, dus om dan nu te zeggen dat de hiërarchie plots op instorten staat, overtuigt niet direct.
Bovendien schijn bedriegt. De hiërarchie in onze instellingen en bedrijven heeft zich wel vermomd als vriendelijke oom, maar is er nog steeds. Geen medewerker die zich laat bedotten door de cosy sfeer in zijn organisatie. Die weet precies uit welke hoek de wind waait en hoe ijzig die wind kan worden als er iets mis gaat.
Onze hiërarchie gaat gekleed in regels, protocollen, richtlijnen en aanwijzingen, ontworpen, afgespeld, in elkaar genaaid en gepast door bazen en hun stafmensen. Deze hiërarchie staat niet op instorten. Die bloeit als nooit te voren. Want telkens als een voorschrift wordt overtreden of vragen oproept, wordt de garderobe uitgebreid.
Erger, er is een waar naaiatelier aan het werk om de kledingkast te vullen: toezichthouders, klanten, leveranciers, vakbonden, consumentenorganisaties, belangengroepen, certificeerders, beroepsverenigingen en niet te vergeten lokale, nationale en internationale overheden.
Moet je in deze omstandigheden eens proberen het nieuwe organiseren in te voeren. Je bent al een held als je al die regels en richtlijnen in kaart weet te brengen en er een aantal weet te schrappen. Je bent al een held als je je management en staven weet te reduceren tot menselijke proporties. Je bent al een held als de medewerkers geloven dat je het echt meent.
En dan komt de buitenwereld met het verhaal dat de hiërarchie op instorten staat.
Kom op zeg!
Paul Verburgt