Een (hogere) kiesdrempel lost niets op
Nog maar 28% van de Nederlanders heeft vertrouwen in de Tweede Kamer. Een jaar geleden was het al laag, 38%, maar dit slaat alles. Incidentenpolitiek, roepen voor de bühne, elkaar vliegen afvangen en vooral niet de echte problemen oplossen.
De verwijten klinken bekend – u mist wellicht nog zakkenvullers – , maar ze zijn heviger dan ooit.
Ook bij het kabinet heeft de Tweede Kamer het helemaal gedaan. Bewindslieden zitten met angst en beven in vak K vanwege de ongepolijste toon van parlementariërs en hun basale wantrouwen. Aldus de premier toen hij door de Kamer op het matje werd geroepen omdat hij jarenlang eigenmachtig tekstberichten van zijn telefoon had verwijderd. Waarom vertrouwden ze hem toch niet?
Een tamelijk brutaal verweer voor iemand die de functie-elders-affaire nauwelijks overleefde en die in het algemeen bekend staat om zijn selectieve geheugen. Dat geldt te meer omdat het met het vertrouwen in zijn kabinet ook uitermate belabberd is gesteld. Er is weinig reden om erg assertief naar Kamerleden te zijn als je 10 procentpunten lager scoort dan zij, 18%.
Twintig fracties
We kijken dus liever naar de kritiek die de kiezers op de Tweede Kamer hebben. Vooral het enorme aantal partijen moet het ontgelden. Het is ook bizar. Begin deze eeuw waren het er nog tien.
De verkiezingen van 2021 brachten 17 partijen in de Kamer, een record. Daarna kwamen er door afsplitsingen nog vier bij. Wat vaak er niet bij wordt gezegd is dat ook een partij uit de Kamer verdween: 50Plus. Het enige Kamerlid stapte uit die partij en begon voor zichzelf als Groep Den Haan.
We houden het dus op 20 partijen, ook veel, maar het scheelt toch weer eentje.
Van die 20 partijen is de VVD met 34 zetels veruit de grootste, maar wie terugkijkt in de parlementaire geschiedenis ziet dat je in het verleden dan tot de tweede divisie behoorde.
Dat geldt a priori voor die andere ‘grote’ partij, D66 met 24 zetels.
In het segment van 10 tot 20 zetels zitten 2 partijen, PVV en CDA.
SP, GroenLinks, PvdA, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en Forum scoren tussen de 5 en 10 zetels.
Blijven over 10 partijen die met elkaar 19 zetels bezetten. Van hen hebben er 4 elk 3 Kamerleden: SGP, JA21, Denk en Groep Van Haga. Volt verloor een zetel door ruzie en zit nu op 2 zetels. En dan zijn er nog 5 eenpersoonspartijen: BBB, Bij1 en de afsplitsers Den Haan, Omtzigt en Gundogan.
Het zijn vooral deze dwergpartijen die de irritatie van het publiek oproepen. Ze zouden het debat in de Kamer domineren alleen maar om hun eigen achterban te gerieven. Ze zouden niets bijdragen aan een goed bestuur van ons land en er eigenlijk alleen maar stampei maken.
Met grote regelmaat hoor je dan ook pleidooien om een kiesdrempel in te voeren. Zo’n drempel bestaat al (75% van de kiesdeler), maar kennelijk willen de voorstanders een hogere barrière. Als je niet goed ingevoerd bent, klinkt het aantrekkelijk. Al dat kleine spul uit de Kamer en het gaat weer over de hoofdzaken.
Was het maar zo eenvoudig. In het verleden zijn wel vaker voorstellen gedaan én in de Kamer aanvaard om de kiesdrempel te verhogen, maar steeds is van uitvoering ervan afgezien. Een lage kiesdrempel werd juist gezien als erg democratisch, want het gaf ruimte aan nieuwe groeperingen om tamelijk snel door te dringen tot ’s lands bestuur. Bovendien waren er niet toen zoveel kleine partijtjes.
Wie wil de SGP cancellen?
En waar leg je de grens? Het lijkt ondenkbaar dat die op of zelfs boven 3 Kamerzetels komt te liggen, want er is niemand die de SGP, het honderd jaar oude staatsrechtelijke geweten, toegang tot de Kamer zou willen of durven ontzeggen.
Zou je de grens op 1 of 2 Kamerzetels brengen, dan lijkt dat in de huidige verhoudingen lekker op te ruimen, maar dat is schijn. Van de 6 gegadigden zijn er 4 ontstaan of gekrompen door afsplitsing en dat houdt geen kiesdrempel tegen. De nieuwe kiesdrempel zou dus alleen BIJ1 en BBB uit de Kamer hebben gehouden.
Dat levert al weinig op, want met 18 partijen zit de huidige Kamer al dik boven de ‘dieptepunten’ van 1933 en 1972 toen er 14 partijen in het parlement zaten.
Ingewikkeld wordt het helemaal als we naar de volksgunst kijken. De peilingen dus. Er mag stevige weerzin bestaan tegen kleine partijen, maar als er ergens groei zit, dan is het daar.
De peilingen verschillen wel wat van elkaar, de trends zijn echter duidelijk. Bescheiden winst voor Bij1 en Volt en een zeer royale plus voor JA21 en BBB. Zou Omtzigt een politieke partij vormen, dan gaat het dak eraf en kan die zelfs de VVD verdringen.
Een hoge kiesdrempel doet het lekker als je aan het mopperen bent, maar het lost niets op.
Paul Verburgt