kruiend ijs

schurende columns van paul verburgt

Selecteer een pagina

Communicatie in tijden van corona

door | 16 maart 2020 | ManagementSite

“En dan geef ik nu het woord aan Bruno. Of wil Jaap eerst nog wat zeggen?”

U herkent natuurlijk op kilometers afstand het huiskamertoontje van onze premier. Ook als een onvertoonde gezondheidscrisis ons land treft en het land hunkert naar gezag, moet het allemaal niet al te ernstig zijn.

IJskonijn Bruno en dokter Jaap konden niet zo goed meekomen in de helahola-stemming van onze eerste minister, maar aan het slot  van de persconferentie kwam het toch nog goed toen Mark uitgebreid handen  ging schudden, iets wat hij de bevolking net had ontraden. “Ik moet er nog aan wennen!” Lachen, wat zeg ik: gieren!

Simpele rolwisseling

Vermoedelijk is de premier op zijn improductieve gedrag aangesproken, want bij de volgende persbijeenkomst stond daar opeens een heel ingetogen man die achter uit de keel sprekend de ene na de andere zware tijding bracht. En dat zal zo blijven. Sommigen zien daar opeens een staatsman staan, ik zie iemand die soepeltjes van rol is gewisseld.

Noem me ouderwets of erger, maar ik houd daar niet zo van. Gezag vraagt meer dan alleen het bekleden van een hoge positie en het nemen van de juiste besluiten. Het is – voor sommigen wellicht: helaas – vooral ook het op passende manier communiceren van die autoriteit.

‘Kom op, mensen!’

Dat kan onze premier best, maar om de een of andere reden is hij de laatste jaren steeds meer vervallen in een soort huiselijkheid die zijn positie aantast.

Ook in debatten in het parlement spreekt hij Kamerleden bij de voornaam aan en roept hij regelmatig ‘kom op mensen!’. Het is zijn vrolijke karakter ongetwijfeld, maar wellicht ook een blijk van het ontbreken van voldoende tegenspel. Meneer is na tien jaar premierschap heer en meester.

Mijn kritiek op het communiceren van de minister-president neemt niet weg dat hij en het kabinet door het coronavirus voor bijzonder ingewikkelde vraagstukken zijn geplaatst. Dan doe je het niet snel goed. Of misschien moet je zeggen: er zijn allerlei mensen en groepen die een afwijkende mening hebben en zich daarvoor hard maken. Dat kan gaan om de snelheid van te nemen maatregelen, de reikwijdte ervan of de compleetheid. Kamerleden stellen pittige vragen, medisch specialisten laten zich horen, buitenlandse autoriteiten wijzen ons na, noem maar op.

‘Nu geen politieke spelletjes’.

Ik vind zulke kritische opinies logisch en nuttig. Dat is een opvatting die niet door iedereen wordt gedeeld. In ons parlement zijn er partijen, de VVD, GroenLinks en D66 bijvoorbeeld, die zich ergeren aan commentaren en vragen van collega-Kamerleden of mensen van buiten de Haagse kaasstolp. “Laten we naar de experts luisteren en nu geen politieke spelletjes spelen”.

Ik merk dat deze opinie weerklank vindt in het land, maar het is wel heel curieus. De experts in deze coronacrisis zijn virologen, microbiologen en epidemiologen. Zij weten heel veel, op hun vakgebied welteverstaan. De beslissing om scholen te sluiten en Schiphol niet, is een bestuurlijke of politieke beslissing en niet een conclusie die je trekt in een laboratorium. Het is maar een voorbeeld.

Ik zou als politicus juist erg hechten aan het onderscheid tussen inhoudelijk- medische expertise enerzijds en bestuurlijk-politieke verantwoordelijkheid anderzijds. Ook omdat we inmiddels het omgekeerde hebben meegemaakt: de situatie waarin experts hun professionele mening nuanceren met het oog op bijvoorbeeld de economische gevolgen van hun medische conclusie. Op wie moet je dan nog bouwen?

Ik laat die andere rare opvatting dat ‘het nu geen tijd is voor politieke spelletjes’, maar buiten beschouwing. Dat zeggen politici over zichzelf, over hun werk. Kent iemand een beroepsbeoefenaar die zo praat? De slager: ‘Nu geen tijd voor bedorven vlees!’ De bankier: ‘Nu geen tijd voor witwassen!’  Vreemde snuiters, die politici.

Kabinet moet inzicht geven

Ander punt. Het is logisch dat het kabinet zijn pakket van maatregelen stapje voor stapje uitbreidt. Het zou immers nergens op slaan om met één groot gebaar alles lam te leggen en te verbieden. Deze gefaseerde aanpak leidt wel tot heel veel tussentijdse lobby en onduidelijkheid. De schoolsluiting is daarvan een treffend voorbeeld.

Dat valt niet helemaal te voorkomen, maar het komt toch wel behoorlijk improviserend over. Zeker als in de landen om ons heen anders wordt geopereerd, strenger en radicaler vooral. Je kunt je voorstellen dat het kabinet ons meer inzicht verschaft in het mogelijke escalatiepad waardoor mensen niet hoeven te raden of de overheid wel voldoende nadenkt en regie heeft. Gratis tip dus.

Coronahumor

Er valt nog heel veel meer over de corona-communicatie te zeggen. Niet alleen de overheid, ook het bedrijfsleven is er druk mee. Domino’s heeft de contactloze bestelling geïntroduceerd. Albert Heijn bezweert ons vanwege de hygiëne de handscanners te gebruiken (al laat ze in het midden of die dingen wel worden schoongemaakt).

Ook is er een soort burgercommunicatie ontstaan. Denk aan wijken waar jongeren boodschappen willen doen voor hun bejaarde buren. Of aan apps met tips om de periode van zelfisolatie een beetje aangenaam door te komen.

En niet te vergeten, er is een ware explosie van grappen over het coronavirus. Sommigen roepen ach en wee en vinden het maar cynisch. Ik vind het een verademing. Je wordt er niet immuun van, maar relativering van je ongeluk geeft de beste overlevingskansen.

Allemaal onderwerpen om er op ManagementSite over te schrijven! Wie?

Paul Verburgt