kruiend ijs

schurende columns van paul verburgt

Selecteer een pagina

BBB, JA21 en Omtzigt (‘mild-rechts’) kunnen de verkiezingen winnen. Met overmacht.

door | 14 september 2022 | Kruiend IJs, Wynia's Week

Nieuwe verkiezingen zijn wellicht niet zo ver weg als veel Binnenhof-watchers denken. Het kabinet staat onder grote druk, extern en intern. Verkiezingen zijn erg populair onder de steeds bozere en radelozere bevolking, maar wat zullen ze opleveren?

Het aantal fracties in de Tweede Kamer zal wel onder de 20 dalen, want de dames De Haan en Gundogan, die met bonje uit hun partij stapten, zullen niet terugkeren. En dat geldt ook voor Pieter Omtzigt tenzij hij een eigen partij begint of zich bij een andere aansluit.

Minimaal 17 partijen

Of er nieuwe splinterpartijen in het parlement zullen komen, is nu nog niet te overzien. Hoe het ook zij, het minimum wordt 17 partijen en dat is erg veel. Daar komt dat bij dat er geen ‘grote’ partijen lijken over te blijven. VVD en D66 zijn op weg naar een dramatisch verlies.

Een meerderheidskabinet zal – als je naar de laatste peilingen kijkt – zelfs niet te formeren zijn als je ‘het hele brede midden’ erin zet: VVD, D66, CDA, GL, PvdA en CU. Bovendien zullen al deze middelgrote en kleine partijen hun belangrijkste programmapunten gehonoreerd willen zien, wat – zoals we bij Rutte IV hebben gemerkt –  een lange lijst van onverenigbare doelstellingen oplevert. Een ratjetoe waar kabinet noch samenleving voor warm loopt.

Nodig: een grote, brede partij

Om een stabiel kabinet te krijgen dat door de bevolking in meerderheid wordt gesteund, heb je minstens één grote brede partij nodig, met een zetelaantal boven de 40, liever nog boven de 50. Die kan de toon zetten en de regie naar zich toe trekken.

De VVD had die rol, maar de partij heeft het verbruid. In de peilingen houdt ze nog maar 20 zetels over. En dat voor een partij die tien jaar geleden nog op 41 zetels stond.

Wie kan die rol overnemen? D66 niet. Deze partij representeert precies dat wat heel veel kiezers niet lusten: vurige  geloofsijver voor planeet, klimaat, migratie, EU en woke gecombineerd met onbegrip en dedain voor de noden van de gemiddelde Nederlander. Ze is gehalveerd in de peilingen en zweeft rond de 12 zetels.

Ook GroenLinks en de PvdA zullen de leidende rol van de VVD niet overnemen. De partijen zijn per stuk in de peilingen gegroeid, waarschijnlijk omdat kiezers die in 2021 om strategische redenen op Kaag stemden, teleurgesteld zijn teruggekeerd.

Grote wervingskracht gaat in elk geval niet uit van het voornemen om volgend jaar de fracties in de Eerste Kamer samen te voegen. Die gezamenlijke fractie (zonder een gezamenlijke lijst en zonder een gezamenlijk programma, mind you) komt er waarschijnlijk nog wel, maar daarmee is de koek op. Een partijfusie lijkt op de lange baan geschoven.

Het maakt ook niet veel uit, want als een fusie al tot groei zou leiden, gaat die ten koste van andere linkse partijen. De aan hun lot overgelaten traditionele achterban van de PvdA is definitief weg, naar de SP, PVV of naar huis. En andere kiezersgroepen dienen zich niet aan. Kosmopolitisme scoort niet, vraag maar aan D66.

VVD maakte ruimte voor nieuwe partijen

Zijn er op rechts kansen?

Tot aan het aantreden van Rutte in 2010 was er rechts van de VVD weinig te beleven: een handjevol zetels met zo nu en dan een uitschieter zoals Boer Koekoek die in 1968 zeven zetels wist te bemachtigen. In 2002 zagen we de spectaculaire opkomst van de LPF (26 zetels) en de even spectaculaire verdamping van de partij kort erna.

Vanaf 2010 is het bal op rechts. De PVV, in 2006 met negen zetels in de Kamer gekomen, groeide door en kreeg gaandeweg gezelschap van partijen als 50Plus, Forum voor Democratie, BBB, JA21, BVNL/Haga en Pieter Omtzigt, op dit moment goed voor 30 zetels. Dat is bijna zo veel als de VVD heeft. En dan hebben we het over ‘echte’ zetels, niet het zetelaantal in de peilingen, want dan verbleekt de VVD met haar gepeilde 20 zetels tegenover 51 op de rechterflank.

‘Mild-rechts’

Om het electorale gevaar ter rechter zijde te bestrijden, volgde Rutte altijd de tactiek van verdachtmaking, geholpen door het rabiate optreden van Wilders en Baudet. Rechts van de VVD, aldus Rutte, zitten populisten en rechtsradicalen die ongeschikt zijn voor het landsbestuur. Om het land te leiden moest je bij de VVD zijn, fatsoenlijk rechts.

Inmiddels is deze tactiek uitgewerkt. Rutte heeft zijn partij zozeer naar D66 gekeerd dat beide partijen nauwelijks meer van elkaar te onderscheiden zijn. VVD-bewindslieden bepleiten hartstochtelijk immigratie en klimaatmaatregelen, de EU is de maat der dingen en wie het niet bevalt ‘staat het vrij om zijn partijlidmaatschap op te zeggen’.

Het leidde tot een onvertoonde neergang in de peilingen. En tot een onstuimige groei bij een paar nieuwe partijen op rechts, mild-rechts om ze zo maar te noemen.

Volkspartijen raakten hun volk kwijt

Eenvrouwspartij BBB scoort op dit moment 19 zetels. Die komen echt niet alleen van de boeren: zoveel zijn er niet eens. Zie ook de groei JA21, de nazaat van het fatsoenlijke en redelijke deel van Forum voor Democratie (van 3 naar 9 zetels).

Maar er beweegt meer op de mild-rechtse flank.

Kijk naar de bewegingen binnen het CDA en de vele kiezers die deze partij is kwijt geraakt. Menigeen zal bij de vorige verkiezingen op Pieter Omtzigt hebben gestemd en zou dat weer doen als hij een eigen partij begint.

Kijk naar de eerder al genoemde traditionele achterban van de PvdA, in de steek gelaten toen de partij haar sociaaldemocratische veren afschudde (mogelijk een motief voor Attje Kuiken om een fusie met GroenLinks op de lange baan te schuiven).

Kijk ook naar de grote verkiezingswinst van de lokale partijen, in overgrote meerderheid mild-rechts. Ze vormen nu samen de grootste ‘partij’ in Nederland.

En kijk naar de miljoenen ‘afgehaakten’, gewone mensen die door de kabinetten-Rutte zijn weggezet als boze burgers, tokkies, fraudeurs, racisten en meer van dat fraais, getypeerd met de woorden van Kaag die we ons altijd van haar zullen herinneren: ‘wie zijn toch die mensen’.

Een enorm potentieel aan mild-rechtse kiezers. Je geldt  tegenwoordig immers als rechts als je van je overheid verlangt dat die zich primair met jou en je problemen bezig houdt en je niet behandelt als een vervelende onderbreking van het grote werk aan een betere, duurzamere en rechtvaardiger wereld.

Links is te klein

Dit electorale potentieel ontbreekt op links dat nooit veel meer dan 30% van de kiezers aanspreekt. Maar daarmee is er op rechts nog geen dominante partij die de leidende rol van de VVD kan overnemen.

Zo’n dominante partij kan er wel komen, maar dan moeten Caroline van der Plas, Joost Eerdmans en Pieter Omtzigt in actie komen. Ze hebben veel raakvlakken en zelfs overlappingen. Zij hebben het vertrouwen van heel veel Nederlanders, van hen moet het komen.

Het zal niet meevallen, er moet over heel wat schaduwen heen gesprongen worden, ego’s moeten inschikken, noem maar op, maar lukt dat, dan worden ze beloond met een eclatante verkiezingsoverwinning.

Graag zag ik de SGP erbij betrokken worden, maar deze partij kiest altijd zijn eigen lijn en zal ons allen overleven, wat er ook gebeurt. In dat opzicht lijkt ze op de katholieke kerk, die ook denkt in decennia, zo niet in eeuwen.

BBB en JA21 zullen bij verkiezingen alle twee stevige winst boeken, maar meer dan een middelgrote partij worden ze niet. Tussen de tien en twintig zetels.

Dat levert dus niets op als het om kabinetsvorming gaat. Ze kunnen wel hopen dat aangeslagen partijen als CDA en VVD het met hun willen proberen, maar daar moeten dan nog zoveel andere partijtjes aan worden toegevoegd om een meerderheidskabinet te vormen, dat ze van hun standpunten weinig overeind zullen kunnen houden.

Als ze al niet in de oppositiebanken worden gedrongen. De VVD zou weleens met jan en alleman in een kabinet willen gaan zitten om te voorkomen dat partijen rechts van haar een serieuze positie in het landsbestuur verwerven. Zo rolt die partij, al jaren.

En Omtzigt?

Ondertussen flonkert de diamant van Pieter Omtzigt.

Het ligt niet voor de hand dat hij een eigen partij start. Hij zal het me niet vragen, maar ik zou het hem afraden. Zijn sterke punt is zijn analytisch vermogen, zijn brede kennis en inzet, zijn integriteit en vasthoudendheid, als Kamerlid.

Zodra hij partijchef wordt, komt hij in een kurkdroog steppenlandschap terecht en moet hij zich bekommeren om de organisatie, vacatures, geld, partijlogo en -krant en meer van dat soort niet-inhoudelijke zaken. En Omtzigt is van de inhoud. Daarom wordt hij zo gewaardeerd. In elke peiling is hij steevast goed voor 26 zetels als hij met een eigen partij komt.

Daar zitten ook veel stemmen bij die bij gebreke van een partij-Omtzigt nu naar BBB en JA21 gaan, maar evengoed zweven er zoals gezegd tal van stemmen binnen VVD, CDA, PvdA (en wellicht ook PVV en SP) en onder de talloze afgehaakten rond die bij Omtzigt zouden landen als hij een partij zou starten.

Omtzigt is diamant en magneet.

Een alliantie

Hoe benut je het potentieel van BBB, JA21 en Omtzigt zonder te sterven in hopeloze fusiegesprekken of ronkende intentieverklaringen?

Doe wat je zou doen als je een bedrijf of instelling bent en je wilt een doel bereiken dat je niet op je eentje kunt halen: sluit een verbond of richt – chiquer gezegd – een alliantie op, een tijdelijke, juridisch verankerde organisatiestructuur met een overtuigend, zeer concreet programma.

Dat is wat Van der Plas, Eerdmans en Omtzigt zouden moeten doen.

Doel van de alliantie is gezamenlijk de volgende Tweede Kamerverkiezingen in te gaan en te winnen om vervolgens de dominante stem in het nieuwe kabinet te krijgen.

Keerpunt?

Zo’n alliantie is ambitieus en in de parlementaire geschiedenis niet eerder vertoond. Het doet wel denken aan Keerpunt ’72, maar dat is inhoudelijk en qua context principieel anders.

Keerpunt was een gezamenlijk verkiezingsprogramma van PvdA, D66 en PPR, zonder onderliggende organisatiestructuur. Elke partij bleef autonoom. Dat is vrijblijvender, maar het was in de toenmalige verhoudingen geen obstakel: de PvdA domineerde met haar 39 zetels de andere twee die samen niet meer dan 13 zetels bezaten.

De verkiezingen van 1972 leverde de PvdA 5 zetels winst op, beide andere partijen bleven op 13  hangen zij het dat  onderling verhoudingen nogal veranderden. De PPR steeg van 2 naar 7, D66 zakte van 11 naar 6.

Anders gezegd: D66 en PPR zouden in de marge van de macht zijn gebleven en nooit in het kabinet zijn gekomen als ze zich niet hadden onderworpen aan de PvdA. En ze kwamen in het kabinet, het eerste (en direct ook laatste) kabinet-Den Uyl.

Boter bij de vis

BBB, JA21 en Omtzigt bezetten op dit moment vijf zetels in een mêlee van 20 partijen. Dan moet je wel wat meer op de mat brengen dan een gezamenlijk verkiezingsprogramma à la Keerpunt ’72.

Door de samenwerking de stevigheid van een organisatiestructuur en een bijbehorend programma te geven krijgt het waarschijnlijk een enorme wervingskracht naar al die zwevende kiezers op rechts (en in het midden). Die zijn klaar met alle mooie woorden en goede bedoelingen, die willen boter bij de vis.

Een vereniging

De alliantie kan het beste een vereniging worden waarvan BBB en JA21 lid zijn met een bestuur gevormd door Caroline van der Plas, Joost Eerdmans en Pieter Omtzigt.

Kiezers kunnen niet rechtsreeks lid worden, met geen andere reden dan dat dit in dit stadium alleen maar tot complexe discussies gaat leiden. De vereniging krijgt een eigen naam, ik noem maar wat: Ons Land. Dus geen strijd of het misschien BBB of JA21 of een onuitspreekbare selectie van letters uit die namen moet worden. Dat leidt alleen maar af.

In de nieuwe Tweede Kamer vormen BBB, JA21 en Omtzigt onder de naam Ons Land een gezamenlijke fractie, met – desgewenst – drie smaldelen. Het fractievoorzitterschap rouleert of wat men verder maar bedenkt om dit technische probleem op te lossen.

De fractie is gebonden aan het verkiezingsprogramma (waarover zo meer), alle andere zaken zijn vrije kwesties. Vrij betekent zowel dat ieder (smaldeel, Kamerlid) zijn gang kan gaan als dat men per keer kan besluiten wel gezamenlijk op te treden.

Verder kan er net zoals nu met elke andere fractie in de Kamer worden samengewerkt.

Over het verkiezingsprogramma kun je net zo lang discussiëren als over een fusie, maar wie het doel in het oog houdt (de komende verkiezingen winnen en het stuur in het nieuwe kabinet in handen krijgen), is het simpel en ben je er in één avond uit. Restaurant Bistroquet waar Wiegel en Van Agt in 1977 tijdens het eten hun regeringsakkoord sloten, bestaat nog …

De leden van BBB en JA21 zullen slim genoeg zijn om te begrijpen dat hier een geweldige kans ligt die vele malen belangrijker is dan de precieze formulering van elk detail van het programma. Je bent een strijdorganisatie of niet! Het programma is kort, hooguit 25 punten bijvoorbeeld, en omvat alle springende punten die BBB, JA21 en Omtzigt gewaardeerd en (in de peilingen) groot hebben gemaakt.

Heldere punten

Belangrijk is ook dat de oprichters aan de kiezers duidelijk maken waar ze qua waarden en principes staan. Dan heb ik het niet over de gemakkelijke esoterie als wereldvrede en het uitbannen van alle ongelijkheid, maar over zaken die de kabinetten Rutte uit het oog hebben verloren en die burgers razend maken.

Een paar voorbeelden.

Over de bestuurscultuur:

  • Het parlement is de volksvertegenwoordiging. Daar vinden debat en besluitvorming plaats en niet daarbuiten. We stoppen dus met het buitenparlementaire en ondemocratische handjeklap zoals klimaattafels, akkoorden, convenanten of burgerfora.
  • We beëindigen de staatssubsidie voor actiegroepen die het kabinetsbeleid beïnvloeden en – al naar gelang ze hun zin krijgen – uitdragen of bevechten.
  • In het kabinet worden in principe alleen nog maar mensen met bestuurlijke en inhoudelijke expertise benoemd.

Over de maatschappelijke focus

  • De eerste opdracht is de zorg voor de burgers van Nederland en dus niet van de hele (toekomstige) wereldbevolking.
  • Stad en (platte)land zijn even belangrijk, waarmee ook het herstel van het voorzieningenniveau in de regio’s een gegeven is.

Over klimaat, stikstof en energietransitie

  • Het is geen wedstrijd en dus wijzen we het steeds maar strenger maken van normen, doelen en tijdschema’s van de hand.
  • We willen alleen koploper zijn als we op een bepaald terrein unieke expertise en serieuze kansen op succes hebben, niet om tot voorbeeld van Europa of de wereld te strekken.

Over asiel

  • We kunnen de huidige asielstroom niet aan en willen dat ook niet meer, voor de burgers niet en voor het behoud van de verzorgingsstaat niet.
  • Zoals de grenzen gesloten konden worden bij corona, zo kunnen die nu ook een tijdje dicht. Zoals er veel meer maatregelen nodig en mogelijk zijn. Mocht de EU daar twijfels bij hebben, dan zullen ze zich vast snel herinneren dat Nederland de grootste nettobetaler is.

Over koopkracht en inflatie

  • Belastinggeld is niet van de overheid, maar van de burgers.
  • Het is onbestaanbaar dat de overheid omvangrijke fondsen aanhoudt voor ‘koploper-plannen’ inzake klimaat en stikstof terwijl de koopkracht van de bevolking zo onder druk staat.
  • Net zoals het onbestaanbaar is dat de overheid massa’s geld incasseert omdat de energieprijzen zo hoog zijn.

Uiteraard is het opstellen van de kandidatenlijst ingewikkeld. Als je de grootste wordt, moet je veel geschikte mensen vinden. Dat is een klus die niet ernstig genoeg genomen kan worden. Antecedentenonderzoek, referenties, tests, alles moet uit de kast worden gehaald, want nieuwkomer-partijen hebben een onweerstaanbare aantrekkingskracht op carrièristen, betweters en querulanten. Kun je voor de provinciale statenverkiezingen nog een gokje nemen, dat kan echt niet als het om de Tweede Kamer gaat, laat staan het kabinet.

Op enig moment zal het debat gaan over wie welke plaats op de gezamenlijke kandidatenlijst krijgt. Dat kan zo maar tot grote ruzie leiden. Tip: maak per partij een lijst en meng die als bestuur verstandig en met een timmermansoog.

De grootste, en leidend in de formatie

Natuurlijk zijn Caroline van der Plas, Joost Eerdmans en Pieter Omtzigt gedrieën lijsttrekker. Hoe mooi wil je het hebben! Aan hen ook de taak om te zorgen dat hun achterbannen deze samenwerkingsmanoeuvre begrijpen en kunnen ondersteunen. Het alternatief is dat ieder te klein blijft om een deuk in – we blijven in stijl – een pakje boter kan slaan.

Je moet durven, maar als ik zo kijk naar de sleutelfiguren, dan geloof ik erin. Bovendien, reality check, voorlopig zitten ze met z’n vijven in de Kamer. Dan mag je wel iets spectaculairs doen. Wat zullen we zeggen: 45 zetels? Negen keer zoveel als nu.

Daarmee ben je in één keer de grootste partij van het land, leidend in de formatie en dus de grootste regeringspartij.

Paul Verburgt