Beleid betekent dat iets normaals niet mag
‘Meneer, dat is het beleid ‘, zei een ambtenaar een keer tegen me toen hij een volkomen onredelijke beslissing aan me moest meedelen. ‘Niks aan de hand, moet kunnen’, hadden ze in eerste instantie gezegd.
Niks aan de hand? Dat paste niet in mijn beeld van onze overheid. Voor de zekerheid nog maar eens gevraagd en later nog maar eens, en ja hoor, er was “beleid”.
Beleid betekent dat iets normaals niet mag.
De ambtenaar in kwestie baalde nog meer dan ik. Niet dat dit me verbaasde. Ik ken mijn literatuur. Uit allerlei onderzoek blijkt dat ambtenaren zich kapot ergeren aan het formalisme, de besluiteloosheid en de stroperigheid van hun eigen organisatie.
Deze ergernis staat onbereikbaar op de eerste plaats op de lijst met klachten van ambtenaren, twee keer zo hoog als bij voorbeeld de werkdruk.
Burgers die klagen over de overheidsbureaucratie, weten voortaan dat aan de andere kant van het loket een medestander zit. Geen verrassing voor wie zoals ik gelooft in de redelijkheid van de mens. Niemand gaat naar zijn werk om anderen eens lekker dwars te zitten.
Niemand wordt geïnspireerd als hij steeds nee moet verkopen, zaken niet kan beslissen of moet wachten tot hij een ons weegt.
Ik ben geen actievoerder. Ik geloof in de rechtstaat. Ik houd me keurig aan de regels. Ik zet de vuilnisbak nooit te vroeg op straat en als ik een hond had, zou ik ‘m aan de lijn houden. Ik ben een oppassende burger kortom. En zeker geen overheids- basher.
Waarom zou ik trouwens, ik heb bijna de helft van mijn werkzame leven voor de overheid gewerkt, met dank aan ons belastingstelsel. Dus wie in dit artikeltje de rancune van een notoire querulant te probeert te vinden, komt teleurgesteld uit.
We leven in een land dat van verdelende rechtvaardigheid houdt. Dat levert veel regels en veel meebeslissers op. Prima, als dat onze volksaard is, het zij zo. Misschien leuk voor een aparte vitrine in het Rijks Museum of voor een nieuw hoofdstuk in onze nationale canon.
‘Wist u dat we de beste overheid van de wereld hebben?’ zei een heel hoge ambtenaar een keer tegen me. Ik geloofde het grif, ongezien. Het kan natuurlijk veel erger. Maar, is de zaak daarmee gedaan? Lijkt me niet.
Het probleem is dat de verdelende rechtvaardigheid is omgezet in een verbod op uitzonderingen. Wee de burger of loketambtenaar die iets wil wat niet is voorgeprogrammeerd. Het kan even duren, maar de uitkomst staat vast. “Beleid”.
‘Dat is toch niet redelijk,’ probeerde ik nog.
‘Tja, meneer, redelijk is geen norm.’‘Aha!’
Paul Verburgt